Confédération des Associations Nationales des Tanneurs et Mégissiers de la Communauté Européenne
European Confederation of the Leather Industry

Rue Belliard 3 – 1040 Bruxelles
Tel 00.32.2.512.77.03 Fax 00.32.2.512.91.57
E-mail info@euroleather.com

European Trade Union Federation:
Textile, Clothing and Leather
Fédération Syndicale Européenne du
Textile, de l'Habillement et du Cuir

Rue J. Stevens 8 - 1000 Bruxelles 
Tél.: 00.32.2.511.54.77 Fax: 00.32.2.511.81.54
E-mail: fse.thc@skynet.be

Gedragscode in de Lederindustrie

Voorwoord

 COTANCE (Europese Confederatie van de Lederindustrie) en FEV:TKL (Federatie van Europese Vakorganisaties in de Textiel-, Kleding- en Lederindustrie) herbevestigen, binnen het kader van de Sociale Dialoog op Europees niveau, hun oprechte samenwerking tot respectering van de burgerrechten op de werkvloer.

 De Europese ondertekenaars van de huidige gedragscode zijn voorstanders van vrije en open handel op wereldniveau, gebaseerd op het respecteren van de ILO-conventies alsmede de internationale principes betreffende Burgerrechten en menselijke waardigheid.

 De Sociale Partners komen overeen te werken naar een Europese Lederindustrie die productief is, internationaal concurrerend, doch gebaseerd is op het respecteren van de burgerrechten.

 Zij erkennen hun verantwoordelijkheden ten opzichte van de werknemers, gelet op de voorwaarden waaronder zij produceren of hun diensten verlenen of deze welke worden verleend door de bedrijven aangesloten bij hun respectievelijke organisaties.

 Artikel 1 – Inhoud van de Gedragscode 

COTANCE en FEV:TKL roepen hun leden op om de bedrijven en werknemers in de Europese lederindustrie aan te moedigen de volgende ILO-conventies te respecteren en ze op te nemen, direct of indirect (inclusief subcontracten), in hun mogelijk eigen gedragscodes in alle landen, wereldwijd, waarin zij actief zijn.

 1.1     Verbod op Dwangarbeid (Conventie 29 & 105) 

Dwangarbeid, slavernij of verplichte arbeid zijn verboden. De werknemers hoeven hun werkgevers geen financiële garanties te verstrekken noch hun identiteitspapieren af te staan.

 1.2     Verbod op Kinderarbeid (Conventie 138 & 182)

 Kinderarbeid is verboden. Enkel werknemers van 15 jaar of ouder of werknemers die niet meer schoolplichtig zijn in de betrokken landen worden toegestaan te werken. Maatregelen met het oog op de betreffende kinderen te helpen door het aanbieden van scholingmogelijkheden of overbruggingsfinanciering moeten worden gegarandeerd.

 1.3     Vrijheid van vereniging & recht op collectieve onderhandeling (Conventies 87 & 98)

 Werknemers hebben het recht een vakbond op te richten of toe te treden tot een vakbond naar keuze. Het recht voor werknemers zich te organiseren in vakbonden, erbij toe te treden en het collectief onderhandelen is erkend. Werknemersvertegenwoordigers zullen niet gediscrimineerd worden en dienen toegang te krijgen tot de werkplaats indien toegang noodzakelijk is om hen in staat te stellen hun functie als vertegenwoordigers uit te oefenen (ILO Conventie 135 & Aanbeveling 143).

 1.4     Non-discriminatie van arbeid (Conventie 100 & 111)

 De gelijkheid in mogelijkheden en behandeling is van toepassing op alle werknemers, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, religie, politieke voorkeur, nationaliteit, sociale achtergrond of enige andere onderscheidende kenmerken.

 De ondertekenaars van deze gedragcode roepen hun leden op om de volgende clausules te respecteren en op te nemen in hun eigen gedragscode:

 1.5     Redelijke werktijden

 De arbeidstijden moeten conform de geldende wetgeving en de van kracht zijnde regels binnen de industrie zijn. Werknemers mogen niet worden gevraagd om als regel meer dan 48 uur per week te werken en zij zullen recht hebben op ten minste één vrije dag per 7 dagen. Overwerk dient te geschieden op basis van vrijwilligheid onder de voorwaarde dat dit niet meer bedraagt dan 12 uur per week, dat dit niet op regelmatige basis wordt verlangd en dat het altijd wordt gecompenseerd.

 1.6     Fatsoenlijke arbeidsomstandigheden

 De werknemers zal een veilige en schone werkomgeving geboden worden en met betrekking tot gezondheid en veiligheid zullen de beste binnen de industrie geldende normen gehanteerd worden, gelet op de operationele kennis binnen de industrie en alle geïdentificeerde risico’s. Iedere vorm van physiek misbruik is strict verboden, zoals ook bedreiging, bestraffingen of uitzonderlijke diciplinaire praktijken, sexuele of iedere andere vorm van intimidatie komende van de werkgever.

 1.7     Betaling van een fatsoenlijke vergoeding

 De betaalde salarissen en vergoedingen dienen conform te zijn met het wettelijk minimumloon en met het minimum loonniveau gehanteerd binnen de industrie en moet de werknemers in staat stellen zich in de basisbehoeften te voorzien. Inhoudingen op salarissen in de context van diciplinaire maatregelen zijn verboden.

 Artikel 2 – Circulatie, promotie en implementatie

 2.1 COTANCE en FEV:TKL verbinden zich aan het promoten en circuleren van de gedragscode in de relevante talen op ieder niveau voor ten laatste 31 december 2000.

 2.2 COTANCE en FEV:TKL roepen hun respectievelijke leden op (zie lijst in bijlage) deze code aan te nemen en de progressieve implementatie ervan op bedrijfsniveau aan te moedigen . 

2.3 COTANCE en FEV:TKL zullen, indien noodzakelijk, trainings en bewustwordingsprogramma’s opzetten.

2.4 COTANCE en FEV:TKL zullen de bij hen aangesloten organisaties oproepen de code te integreren als een eerste vereiste in alle contracten met hun onderaannemers en hun leveranciers. COTANCE en FEV:TKL zullen hierdoor de bedrijven aanmoedigen om zeker te zijn dat de code begrepen is door hun onderaannemers/leveranciers en hun respectievelijke werknemers.

 Artikel 3 – Opvolgings-, beoordelings- en herstelmechanismen

 3.1 COTANCE en FEV:TKL komen overeen om, binnen het kader van de Sociale Dialoog op Europees niveau, een progressieve voltooiing van de implementatie van de huidige gedragscode op de voet te volgen.

 3.2 Hiertoe zullen COTANCE en FEV:TKL vanaf uiterlijk 30 juni 2001 ten minste jaarlijks een evaluatie uitvoeren van de implementatie van de huidige gedragscode. Voor de noodzakelijke assistentie zullen zij een beroep kunnen doen op o.a. de Europese Commissie en de Lid-Staten.

 3.3 COTANCE en FEV:TKL komen overeen dat de resultaten van de implementatie van de gedragscode op onafhankelijke wijze gecontroleerd moeten worden, waardoor de credibiliteit van de controle voor alle partijen gegarandeerd is.

 3.4 COTANCE en FEV:TKL mogen, binnen het kader van de Europese Sociale Dialoog, gezamenlijk en in alle vrijheid besluiten ieder ander initiatief te starten in vervolg op de implementatie van de huidige gedragscode. 

Artikel 4 – Meest gunstige clausule

 COTANCE-leden of de aangesloten bedrijven kunnen gunstigere clausules inbrengen binnen hun eigen gedragscodes. De implementatie van de huidige code geeft onder geen beding een argument om actueel gunstigere clausules te vervangen.

 Brussel, 10 juli 2000